(ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurs heeft afgelopen week behoorlijk terrein verloren en belandde zelfs onder de 900 punten, waarbij de techzware AEX onder druk werd gezet door dalende chipaandelen.
Op een slot van 879,29 punten verloor de hoofdindex op weekbasis 4,3 procent. Vorige week vrijdag eindigde de AEX op 918,66 punten, toen een winst van 1,1 procent.
Beleggingsspecialist Justin Blekemolen van Lynx wees eerder deze week in een technische analyse al op een steunniveau op 901,77 punten voor de AEX.
“Mocht dit steunniveau doorbroken worden, dan is de kans groot dat de Nederlandse beurs een nieuwe correctie gaat laten zien”, waarschuwde de expert.
Het was een weinig spectaculair begin van de handelsweek, omdat Wall Street maandag de deuren gesloten hield vanwege Labor Day in de Verenigde Staten.
Wel was er aandacht voor inkoopmanagersindices uit Azië en Europa. In China toonde de officiële inkoopmanagersindex een verdere krimp van de industrie in augustus, terwijl de dienstensector beperkt groeide. De cijfers van S&P Global wezen op een kleine groei van de Chinese industrie.
De inkoopmanagersindex voor de industrie in de eurozone wees in augustus op aanhoudende krimp. “Het gaat snel bergafwaarts”, concludeerde econoom Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank dan ook.
De dienstensector in de eurozone groeide in augustus wel harder, onder meer door de Olympische Spelen in Parijs, zei De La Rubia, maar de vraag is of die groei houdbaar is. De econoom verwacht in de komende maanden een hernieuwde groeivertraging voor de dienstensector.
Ook in de VS is het de dienstensector die de economie momenteel draaiende houdt. Volgens zowel ISM als S&P Global groeide de Amerikaanse dienstensector in augustus harder, terwijl de industrie opnieuw kromp.
“De combinatie van dalende orders en stijgende voorraden geeft de somberste vooruitblik op productietrends in anderhalf jaar en een van de meest zorgwekkende signalen sinds de wereldwijde financiële crisis”, waarschuwde econoom Chris Williamson van S&P Global.
Volgens Williamson zal het belangrijk zijn om in de gaten te houden “of de dienstensector bezwijkt onder de recente verzwakking van de fabrieksactiviteit.”
Het belangrijkste macro-economische rapport van de week was het Amerikaanse banenrapport vrijdag. Een dag eerder toonden banencijfers van loonstrookjesverwerker ADP al een beperkte groei in augustus en de vraag was of het officiële cijfer deze trend zou volgen.
Marktvolgers betoogden vooraf dat bij een zwakke banengroei van misschien wel minder dan 100.000, de Federal Reserve de rente in september mogelijk niet met 25, maar met 50 basispunten zou kunnen verlagen.
In augustus kwamen er 142.000 banen bij in de VS, waar werd gerekend op 161.000. De banengroei voor juli werd bijgesteld van 114.000 tot 89.000 en die voor juni van 179.000 tot 118.000.
Verder daalde de werkloosheid conform de verwachting van 4,3 tot 4,2 procent en stegen de uurlonen op jaarbasis met 3,8 procent, na een loongroei van 3,6 procent in juli.
De belangrijkste conclusie van het banenrapport is volgens analist Naeem Aslam van Zaye Capital Markets dat de Amerikaanse arbeidsmarkt niet instort en dat de Fed dus geen beleidsfouten maakt. En dat betekent dat de Fed op de huidige koers kan blijven, denkt Aslam.
Toch zijn de marktverwachtingen voor een verlaging met 50 basispunten vrijdag even opgelopen naar 53 procent, bleek uit de FedWatch Tool van CME, terwijl de aandelenmarkten kortstondig opveerden. Dat kan volgens Aslam mogelijk verklaard worden door het principe: “slecht nieuws is goed nieuws.”
Het banenrapport bevatte volgens ING genoeg informatie om de markten te laten gissen of de Fed op 18 september de rente zal verlagen met 25 of 50 basispunten.
Voorlopende indicatoren suggereren volgens econoom James Knightley dat er verdere zwakte in het verschiet ligt en ING verwacht dat ook dat de Fed zal kiezen voor een verlaging met 50 basispunten over twee weken.
“Maar het is een close call”, volgens Knightley, “op basis van het feit dat de inflatieangst is afgenomen en dat de Fed de zwakte van de arbeidsmarkt, die volgens ons de komende maanden steeds duidelijker zal worden, voor wil zijn.”
De olieprijzen daalden hard aan het begin van de week door berichten dat OPEC en zijn bondgenoten de plannen voor stapsgewijze productieverhogingen zouden doorzetten, ondanks zorgen over de vraag. Die zorgen werden verder aangewakkerd door de zwakke inkoopmanagersindices uit met name China. Donderdag kondigde OPEC+ echter aan de geplande productieverhogingen met twee maanden uit te stellen tot december. Dat gaf de olieprijzen richting het weekend wel een impuls, maar kon een verlies van zo’n vijf procent op weekbasis niet voorkomen.
De euro/dollar handelde vrijdag op 1,1125 en daarmee op weekbasis 0,7 procent hoger. De obligatierentes daalden licht.
Stijgers en dalers
Chippers stonden afgelopen week stevig onder druk. ASML verloor 16,1 procent op weekbasis. Sectorgenoot Besi daalde met 11,9 procent ondanks een koopadvies van KBC Securities en de aankondiging van een nieuw aandeleninkoopprogramma. ASMI verloor 12,6 procent.
ASML heeft voortaan exportlicenties van de Nederlandse overheid nodig voor drie type exemplaren van zijn Twinscan in plaats van één. Voor de aanvullende twee exemplaren moest ASML eerder al een vergunning aanvragen in Washington.
Volgens ASML zullen de nieuwe export maatregelen daarom geen effect hebben op de outlook voor 2024 of voor de lange termijn scenario’s van het bedrijf. Rond dezelfde tijd kwam het bericht dat Washington nieuwe exportrestricties voor China overweegt.
Volgens analist Corné Van Zeijl van Cardano beschouwen beursexperts ASML als een kansrijk aandeel voor september, maar geldt het tegenovergestelde voor Besi. “De experts hebben een haat-liefdeverhouding met dit aandeel. Dan staat het bij de toppers, dan weer bij de floppers”, aldus Van Zeijl.
Verder stond sectorgenoot Nvidia onder druk door berichten over een mogelijk onderzoek van de Amerikaanse justitie naar het schenden van de mededingingsregels.
IMCD verloor 0,6 procent. De distributeur van chemicaliën profiteerde aanvankelijk van een positief rapport van Jefferies, dat IMCD en sectorgenoot Azelis op zijn kooplijst zette, op een verwacht marktherstel en aanstaande strategie-updates van de nieuwe CEO’s van beide bedrijven. Het koersdoel voor IMCD werd verhoogd van 140,00 naar 170,00 euro.
Verder steeg koploper KPN met 1,7 procent en wonnen Unilever en NN Group 1,4 procent.
Laadpalenfabrikant Alfen daalde op weekbasis met 18,9 procent in de Midkap. Jefferies verlaagde het koersdoel.
Basic-Fit presenteerde een nieuwe CFO, nu de huidige financieel directeur aan het einde van het jaar met pensioen gaat. Het aandeel daalde met 3,6 procent.
Galapagos werd afgelopen week 5,3 procent goedkoper. FMR meldde een kleiner belang in Galapagos. Een week eerder steeg de koers nog 13 procent, nadat EcoR1 Capital Fund een belang van 9,9 procent in Galapagos meldde. Volgens het Amerikaanse EcoR1 is Galapagos “enorm ondergewaardeerd” en is daarmee een “aantrekkelijke beleggingskans”.
InPost kwam afgelopen week met cijfers over het tweede kwartaal. Beleggers reageerden enthousiast en het aandeel steeg op weekbasis met 7,4 procent. “Inpost bevestigde de outlook voor 2024, waarmee het verwacht te ‘outperformen’ en marktaandeel te winnen in alle markten”, aldus zakenbank Jefferies, dat denkt dat de consensus voor de EBITDA in 2024 iets zal worden verhoogd.
Eurocommercial won 4,7 procent en WDP steeg met 2,0 procent in de Midkap en bij de kleinere aandelen in de AScX stegen Vastned en NSI met 1,7 procent en ging Wereldhave er 3,0 procent op vooruit.
Smallcap Accsys won 7,3 procent nadat de houtveredelaar omzetgroei kon melden in het afgelopen kwartaal.
ForFarmers en team agrar, onderdeel van DLG Group, hebben besloten om hun voeractiviteiten in Duitsland samen te voegen. Degroof Petercam reageerde met een koersdoelverhoging voor ForFarmers van 3,20 naar 3,50 euro. Het aandeel ForFarmers daalde op weekbasis met een half procent.
Het aandeel van de elektrische bussenbouwer Ebusco blonk aan het begin van de week nog uit met een koerswinst van 18,5 procent in de index voor kleine aandelen. Het door aanhoudende productie-achterstanden en koersdalingen geplaagde bedrijf maakte vorige week vrijdag nabeurs bekend dat Christian Schreyer de nieuwe CEO wordt. Oprichter Peter Bijvels en Michiel Peters treden terug als co-CEO’s. Schreyer werkte onder andere voor Deutsche Bahn en leidde met succes reorganisaties. In de loop van de week liep de winst voor het aandeel terug en op weekbasis bleef een plus van 2,9 procent over voor Ebusco.
Kendrion daalde met 4,9 procent na het afgeven van nieuwe doelstellingen, in aanloop naar de beleggersdag die donderdag plaatsvond. De doelstellingen zijn per saldo positief, concludeerde ABN AMRO Oddo.
De fabrikant van funderingen voor windturbines Sif kondigde een definitieve opdracht aan in de Baltische Zee en maakte verder bekend dat het bedrijf exclusieve onderhandelingen voert over een opdracht om 140 kiloton monopiles te produceren. De productie zou in 2026 moeten plaatsvinden en hierdoor zal de orderportefeuille voor dat jaar stijgen naar 210 kiloton, aldus Sif. Het aandeel steeg met 5,7 procent op weekbasis.
Bron: ABM Financial News
ABM Financial News is leverancier van beursnieuws, -video en -data, zowel voor real-time handelsplatformen en dealingrooms als voor online en offline media uitgaven. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.